Klik hier voor meer makkelijke toetjes.
De geschiedenis van de appelbol gaat terug tot de Middeleeuwen, toen gebakken appels een veelvoorkomend gerecht waren in Europa. In die tijd werd er veel gekookt en gebraden in de open haard en werden er vaak appels gebruikt als ingrediënt voor hartige en zoete gerechten. Een van de meest bekende gerechten was de gevulde appel, waarbij een appel werd uitgehold, gevuld met suiker, kaneel en noten, en vervolgens werd gebakken. Het was een eenvoudig gerecht dat snel te bereiden was en goedkoop was om te maken, waardoor het populair was bij zowel rijken als armen.
In België zijn appelbollen al eeuwenlang populair. Ze werden traditioneel gegeten tijdens de jaarlijkse kermis, die in veel Belgische dorpen en steden werd gehouden. Tijdens deze feesten was het gebruikelijk om te genieten van allerlei lekkernijen, waaronder appelbollen. De appelbollen waren vooral populair onder de arbeidersklasse, omdat ze goedkoop waren en gemakkelijk te maken waren.
In de 19e eeuw begonnen bakkers in België de appelbol te maken met bladerdeeg, wat de populariteit van het gebak verder vergrootte. Bladerdeeg gaf de appelbol een lichtere textuur en een knapperigere korst, waardoor het nog lekkerder werd. Het gebak werd steeds vaker verkocht in bakkerijen en cafés in België en werd al snel een populaire traktatie voor mensen van alle sociale klassen.
Vandaag de dag zijn appelbollen nog steeds een geliefd gebak in België en worden ze vaak gegeten als een zoete traktatie tijdens de herfst- en wintermaanden. Ze worden meestal geserveerd in bakkerijen en cafés en worden vaak warm geserveerd met koffie of thee. Sommige bakkers voegen nog steeds rozijnen of amandelen toe aan de vulling, waardoor de appelbol een unieke smaak krijgt. Hoewel de appelbol een eenvoudig gerecht is, blijft het populair vanwege de heerlijke smaak en de nostalgie die het oproept naar de rijke geschiedenis van het gerecht.
Ingrediënten
- 1 pak bladerdeeg
- 10 kleine appels liefst goudreinettes
- 50 gram rozijnen
- 50 gram suiker
- 3 theelepels kaneel
Bereidingswijze
Verwarm de oven voor op 200 º C. Schil 10 appels en haal het klokhuis eruit met een appelboor. Snijd een stukje van de onderkant van de appel af zodat de appel rechtop blijft staan. Vet de bakplaat in met wat boter of gebruik bakpapier. Pak een appel en zet die in het midden van het plakje bladerdeeg neer. Vul de holle appel op met rozijnen en suiker en strooi er een beetje kaneel over. Vouw het bladerdeeg om de appel heen totdat je de appel niet meer ziet en het gat bedekt is. Zet de de appelbollen in de oven net iets onder het midden. Na ongeveer 20 minuten zijn de appelbollen klaar.